
“Zelf kiezen hoe je wilt leven.”
Om een cliënt goed te kunnen ondersteunen, willen we hem goed leren kennen. Wie is hij, wat is zijn achtergrond en wat zijn zijn sterke en nog te leren punten? Steeds opnieuw gaan we in dialoog om na te gaan waar de mogelijkheden, kansen en wensen van de cliënt liggen en kijken we naar wat wél kan. Gesprekken met de cliënt en familie, diagnostiek en de onderzoekende dialoog (Dit vind ik ervan!) helpen ons hierbij. De cliënt krijgt de ruimte om zelf aan te geven wat hij belangrijk vindt. Als hij dit niet zelf kan of wil vertellen, spannen we ons extra in om hem toch te verstaan. We schakelen onze gedragsdeskundigen in en gebruiken andere manieren om de vraag helder te krijgen (bijvoorbeeld door observatie). Alleen dan krijgen we echt een passend antwoord op de vraag van de cliënt.